Zwemveiligheid is sinds jaar en dag een belangrijk onderwerp in het waterrijke Nederland. In het kort betekent zwemvaardigheid dat mensen, jong en oud, in en om het water kunnen overleven en op een veilige manier kunnen bewegen en recreëren in onze Nederlandse watercultuur.

Aandacht schenken aan zwemvaardigheid lijkt in ons land alles behalve overbodig. Een blik op data van het Centraal Bureau voor de statistiek leert dat in de afgelopen tien jaar er jaarlijks gemiddeld zo’n 87 mensen om het leven komen door verdrinking. En hoewel de laatste jaren het aantal kinderen dat overlijdt door accidentele verdrinking omlaag is gegaan, zijn het er nog altijd gemiddeld zo’n 10-15 per jaar.

Deze zwemongelukken met fatale afloop zijn deels te verklaren door onvoldoende zwemvaardigheid. Over het algemeen geldt dat een kind pas geheel zwemvaardig (dat wil zeggen: niet alleen in zwembaden, maar ook op open water) is, als het zijn C-diploma heeft behaald. In Nederland beschikt echter maar een derde over een C-diploma. Uit cijfers blijkt dat een kind uit een gezin met een laag inkomen minder vaak zijn of haar B- of het C-diploma behaalt dan kinderen uit gezinnen met een hoger inkomen.

Met zwemveiligheid in het achterhoofd, is het echter schrijnender om te zien dat in ons land 3% van de kinderen in zijn geheel geen zwemles volgt, waarbij een gebrek aan financiële middelen bij de ouders veelal de oorzaak blijkt.

Een nieuwe gezamenlijke campagne van de Koninklijke Nederlandse Zwem Bond (KNZB) en adviesbureau Vasco Consult moet daar verandering in gaan brengen en zal daarnaast aandacht vragen voor zwemveiligheid in het algemeen. “Een gebrek aan financiële middelen mag in Nederland geen reden zijn om niet te leren zwemmen”, aldus de initiatiefnemers, die ervoor pleiten dat ouders die het niet zo nauw hebben, gemakkelijker financiële ondersteuning moeten kunnen aanvragen voor de zwemlessen van hun kind.

Voor de campagne slaan Vasco Consult en de KNZB de handen ineen met de vrouwelijke Nederlandse waterpoloploeg, die zich momenteel voorbereidt op de verlate 2020-editie van de Olympische Spelen in Tokio deze zomer. Sinds 2019 is Vasco Consult hoofdsponsor van de Nederlandse waterpolodames en tot en met de Olympische Spelen van 2024 in Parijs zal het adviesbureau in elk geval verbonden blijven aan het team.

Voor de opgezette campagne zullen de speelsters terugkeren naar het zwembad waar zij in hun jeugd zelf ooit hebben leren zwemmen. Daar zullen zij kinderen van ouders met onvoldoende financiële middelen – figuurlijk gezien – gaan ‘adopteren’, waardoor deze, voorzien van nieuwe zwemkleding, zwemlessen zullen kunnen afnemen.

“We genieten van de successen van de waterpolodames. Maar we realiseren ons dat zwemmen behalve attractief en leuk, ook gevaarlijk kan zijn. We dragen de komende jaren graag bij aan het vergroten van de zwemveiligheid. Niet alleen door financiële ondersteuning, maar bijvoorbeeld ook door het proces voor ouders om subsidie aan te vragen simpeler te maken”, legt Ruben Uppelschoten, directeur van Vasco Consult, uit.
“Daarnaast gaan we samen met de KNZB de discussie aan met de politiek om leren zwemmen en zwemveiligheid in het algemeen voor alle kinderen in Nederland bereikbaar te maken”, vult hij aan. Aschwin Lankwarden, directeur KNZB, laat op haar beurt weten: “We werken graag samen met maatschappelijk betrokken partners zoals Vasco Consult.”