Nationale-Nederlanden en het Jeugdeducatiefonds werken samen

Nationale-Nederlanden (NN) en het Jeugdeducatiefonds werken samen om meer kinderen in aanraking te laten komen met kunst en cultuur.

80% 1 van de Nederlandse kinderen gaat nooit naar een museum en dat percentage ligt waarschijnlijk hoger onder kinderen die opgroeien in relatieve armoede 2. Uit meer dan 900 internationale onderzoeken blijkt dat kunst goed is voor ieders mentale gezondheid 3. Daarom zet NN zich ervoor in om in de komende drie jaar museumbezoek mogelijk te maken voor 30.000 kinderen van basisscholen die zijn aangesloten bij het Jeugdeducatiefonds.

Met het initiatief willen NN en het Jeugdeducatiefonds kansenongelijkheid tegengaan en bijdragen aan de mentale gezondheid van kinderen. Uit onderzoek 4 blijkt dat er een positief verband bestaat tussen een museumbezoek en de leerprestaties van kinderen 5. Zo wordt op scholen waar leerlingen ontspanningsmogelijkheden hebben, zoals een museumbezoek, hoger gescoord op eindtoetsen 6. NN vindt dat meer leerlingen deze mogelijkheden moeten krijgen en is daarom een samenwerking aangegaan met het Jeugdeducatiefonds. Het fonds werkt samen met basisscholen waarbij een meerderheid van de leerlingen opgroeit in relatieve armoede. De samenwerking bestaat uit excursies voor scholen die zijn aangesloten bij het Jeugdeducatiefonds. Hiermee willen NN en het Jeugdeducatiefonds de drempel om naar het museum te gaan voor basisscholen verlagen.

Hans Spekman, directeur van het Jeugdeducatiefonds: “Ieder kind zou zich moeten kunnen verwonderen en vergapen in het museum. Ik ben altijd met mijn kinderen naar verschillende musea geweest, we praten dan uitgebreid over alles wat we zien. Wat de een afschuwelijk vindt, vindt de ander juist mooi. Hierover praten vergroot de wereld van kinderen.”

Lonneke Roza, Head of Community Investment bij NN Group: “Bij NN willen we bijdragen aan financiële veerkracht en gelijke kansen. Samen met het Jeugdeducatiefonds kunnen wij meer kinderen in aanraking brengen met kunst zodat ze hun eigen passies en talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. Dat kan op termijn helpen om kansengelijkheid te vergroten.”