KPMG: “Alle topclubs in Europa zien hun omzetten fors teruglopen”

De Covid-19 pandemie laat duidelijk zien hoe beperkt de financiële duurzaamheid van de belangrijkste voetbalclubs in Europa is. Dat is de conclusie die KPMG trekt in zijn nieuwste 'The European Champions Report 2021’. Alle topclubs in Europa zien hun omzetten fors teruglopen.

Door het voetballen achter gesloten deuren alsmede het heronderhandelen, opschorten en zelfs annuleren van media- en commerciële overeenkomsten, zagen alle topclubs in Europa hun omzetten fors teruglopen. De extreem hoge druk die zowel de salarissen van de spelers als de kosten van transfers en voetbalmakelaars de afgelopen jaren op de bedrijfsvoering van de voetbalclubs is gaan leggen, maakt volgens KPMG nu pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar hun financiële positie is.

Van de clubs in Europa werd Porto het hardst geraakt. De Portugese club zag zijn omzet halveren tot € 87 miljoen. Ook Paris St. German en Juventus vertoonden meer dan 10% omzetverlies. De Franse club zag zijn omzet met 15% dalen tot € 540 miljoen, de Italiaanse club kwam uit op € 401 miljoen, een daling van 13%. Bayern München, Liverpool en Real Madrid hadden te maken met beperkte dalingen van hun opbrengsten, voornamelijk dankzij het vermogen om de commerciële inkomsten te verhogen. Als enige clubs wisten de Duitse en Spaanse kampioen bovendien nettowinst te boeken, respectievelijk € 5,9 miljoen en € 0,3 miljoen, terwijl de andere clubs aanzienlijke verliezen leden. Dit blijkt uit 'The European Champions Report 2021’ van KPMG Football Benchmark, een overzicht van de financiële prestaties over het seizoen 2019/2020 van de kampioenen van de belangrijkse zes Europese voetballeagues. De kampioenen in Nederland en Turkije ontbreken. In Nederland werd de competitie niet beslist en de Turkse kampioen Istanbul Başakşehir FK maakte geen cijfers bekend.

“Hoewel verschillende clubs erin geslaagd zijn om de salarissen van spelers te verlagen, waren zij toch niet allemaal in staat de kosten in de pas te laten lopen in verhouding met de scherpe daling van de opbrengsten”, zegt Paul Adriani van KPMG’s Sports Analytics Practice. Adriani: “Alleen FC Bayern München en Juventus FC waren succesvol in het terugbrengen van de personeelskosten met respectievelijk 6% en 13%. Bij Real Madrid stegen de personeelskosten daarentegen met 4%, ondanks het feit dat spelers instemden met een tijdelijke loonsverlaging van 10%. Ook al vóór de pandemie was het voor iedereen duidelijk dat de hoge salarissen in combinatie met de oplopende transfer- en makelaarsvergoedingen voor aanzienlijke druk op de financiële positie van de clubs zorgden. De crisis heeft deze kwetsbaarheid pijnlijk duidelijk gemaakt. In een sector die al gekenmerkt wordt door haar beperkte liquiditeit zorgen onzekerheden die in vergelijking met Covid-19 relatief klein zijn, zoals het wel of niet kwalificeren voor bepaalde competities of het wel of niet verkopen van spelers, ervoor dat clubs in acute geldproblemen komen. De wereldwijde gezondheidssituatie van dit moment heeft de kwetsbaarheid van het Europese voetbalsysteem heel erg zichtbaar gemaakt en duidelijk gemaakt dat er grote vraagtekens gezet moeten worden bij de financiële duurzaamheid van het huidige systeem, ook op de korte termijn.”

Aanstaande transformatie

Adriani constateert dat de gevolgen van de coronacrisis op de almaar groeiende voetbalindustrie in het algemeen zeer ingrijpend zijn. Adriani: “Vooral omdat de pandemie belangrijke knelpunten in de bedrijfsvoering van de clubs zichtbaar heeft gemaakt. Maar hoewel de gevolgen van Covid-19 op de korte termijn groot zijn, leidt de pandemie ook een transformatie van de sector in. Toezichthouders en bonden denken al langer na over hervormingen van het transfersysteem en over maatregelen om de torenhoge kosten in de branche te beperken. Bovendien liggen er voorstellen voor ingrijpende veranderingen in de economie en het bestuur van zowel nationale als Europese competities, voorstellen die geïnitieerd zijn door een aantal clubs die in de top van Europa opereren. Deze bewegingen moeten er uiteindelijk toe leiden dat de structuur van het topvoetbal gaat veranderen. En hoewel hiervan ook al vóór het uitbreken van Covid-19 sprake was, zien wij steeds meer PE-huizen, family offices en institutionele investeerders geld stoppen in de voetbalindustrie. Voor de lange termijn is dat een hele gunstige ontwikkeling, een ontwikkeling die eraan kan bijdragen dat de voetbalindustrie er binnen nu en vijf jaar anders én financieel gezonder uitziet.”

Het rapport is hier te downloaden