Jan de Jong, directeur van de Eredivisie, betoogde afgelopen donderdag op het Nationale Sportdebat dat sport in Nederland weliswaar door miljoenen wordt omarmd en indrukwekkende maatschappelijke en economische waarde heeft, maar nog altijd structureel wordt genegeerd in de politiek. Terwijl sport bijdraagt aan gezondheid, onderwijs, integratie, verbondenheid en internationale reputatie, ontbreekt het aan visie en regie vanuit Den Haag. Volgens De Jong is het tijd dat de politiek sport eindelijk serieus neemt – als volwaardig beleidsdomein én als kracht voor vooruitgang in de samenleving. Dit was zijn betoog.
Sport is de ultieme liefdesbaby van Nederland. Het wonderschone resultaat van velen die haar lief gemaakt en geadopteerd hebben. Helaas tot op de dag van vandaag zonder politieke ouders. Een trieste constatering. Gaat het ooit in de politiek echt over sport? Nee. Zelden tot nooit. Wel gebeuren daar af en toe ongelukken, zoals met de btw. Sporten en bewegen duurder willen maken. Is het bewust? Is het onbewust? Is het bekwaamheid? Is het onbekwaamheid? Of onbewust onbekwaam? Kiest u maar.
Dat wij in een land leven dat jaar na jaar waanzinnige prestaties levert, maar waar wij voor diezelfde topsport voor een groot deel afhankelijk zijn van de verkoop van lootjes. Godzijdank doen ze dat wel heel erg goed. Naast de oude Hollandse Meesters, de schilderijen, zet niets Nederland zo op de wereldkaart als juist de sport. Zijn er betere ambassadeurs denkbaar dan Femke Bol, Mathieu van der Poel, Sifan Hassan, Max Verstappen, Pieter van den Hoogenband, Esther Vergeer, en gelukkig kan ik zo nog wel even doorgaan? Waarom worden er in handelsmissies nooit sporters meegenomen?
Sport is cultuur. Misschien niet voor iedereen de ultieme vorm van hoge cultuur, maar wel cultuur die zorgt voor ‘nation building’, sociale cohesie, trots en wereldfaam. Of je het leuk vindt of niet, er komt echt niets anders wat daarvan in de buurt komt. Echt niets. Sport maakt Nederland groot. Nederland is sport. Onze koning denkt, drinkt, ademt, eet en slaapt sport. Ik denk ook oprecht dat hij graag onze heldinnen en helden mee zou willen nemen bij een volgend staatsbezoek. Op zeker dat het resultaat oplevert. Economisch succes.
Het is toch behoorlijk triest dat in een rijk en welvarend land het de Eredivisie en haar clubs zijn die het thema ‘eenzaamheid onder jongeren’ extra onder de aandacht moeten brengen. Bij het betaald voetbal hebben we toegang tot een publiek dat de politiek al lang niet meer bereikt. Letterlijk. De politiek is niet hun wereld, niet meer. Wij hebben wekelijks toegang tot meer dan 11 miljoen mensen. Unieke toegang, uniek bereik. Het betaald voetbal is zelden het probleem, maar kan heel vaak de oplossing zijn. Juist ook voor de politiek. Wij weten wel wat de mensen echt bezighoudt.
Zie ook tijdens de Coronacrisis, toen wij de samenleving en de politiek de helpende hand boden met onze fieldlabs en zo op grote schaal groepen mensen gecontroleerde toegang boden tot stadions, en aantoonden dat dat veilig kon. Niemand anders was daartoe in staat dan juist de sport.
Het is toch op zijn zachtst gezegd opmerkelijk dat een club als Feyenoord moet helpen om kinderen in Rotterdam-Zuid, een wijk van 200.000 mensen en 183 verschillende nationaliteiten, beter te leren schrijven, lezen, rekenen, bewegen en gezonder te maken. Kinderen in Rotterdam-Zuid, in groep acht, hebben gemiddeld twee jaar leerachterstand op een ander kind in Nederland. Feyenoord, en dat geldt voor een heleboel andere betaald voetbalorganisaties (BVO's), is daarin samen met haar Foundation een stuk succesvoller dan alle ambtenaren van de gemeente Rotterdam bij elkaar. De Erasmus Universiteit heeft dat ook aangetoond.
Bij deze doe ik een beroep op de media: durf eens over de rand van vandaag te kijken en laat af en toe die waan van die dag eens los en achter je. Alle problemen en uitdagingen waar ons land nu mee te kampen heeft, zijn niet uit de lucht komen vallen. Die dienden zich al lang geleden aan. Ook dat hoort bij uw journalistieke verantwoordelijkheid: de lange termijn en de duinen van de toekomst van ons land. Vragen stellen, duidelijk ordenen en uitleg geven. Ook over de grootste gezondheidscrisis die op ons afkomt. We bewegen te weinig, en obesitas rent op ons af. Nu al gaat een kwart van onze totale begroting in dit land op aan gezondheidszorg. Hoe meer de media de luis in de pels zijn, hoe groter dat de kans is dat de politiek er iets mee moet doen. Nu kan de politiek zich nog veroorloven om het manifest van Louis van Gaal, Joop Alberda, Erik Scherder en vele andere prominenten die oproepen tot een nationaal gezondheidsbeleid gewoon naast zich neerleggen. Misschien schreeuwen ze te beschaafd. De media kunnen zorgen dat dat verandert. Kijk niet altijd door een microscoop, maar soms ook gewoon door een telescoop. Het biedt hen de kans om relevant te blijven. Want ook traditionele media dreigen een deel van hun publiek definitief te verliezen. Net als de politiek. Instituties worden gewantrouwd en verliezen aan impact en vertrouwen. Helaas!! Het moment dat mensen meer luisteren naar sportinfluencers en sociale media is heel dichtbij en raak als journalist alsjeblieft onderweg nooit de verwondering kwijt.
De oproep aan de politiek is dan ook: omarm ons, adopteer ons, knuffel ons, koester ons. Wees de politieke vader en moeder die wij al zo lang node gemist hebben. Dan zullen wij je als kind nooit teleurstellen. Dat hebben we al zo vaak bewezen. Elke keer weer zullen we je positief verrassen. Nu echt op weg naar de gezondste samenleving en haal zo veel mogelijk grote sportevenementen naar dit land. Opdat wij ons van dichtbij kunnen laven aan cultuur van en voor ons allemaal. Met sport kun je scoren. Dat lijkt me voor een politicus geen onbelangrijk gegeven.