Half miljoen boete voor tennisbond vanwege verkoop persoonsgegevens

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de tennisbond KNLTB een boete opgelegd van 525.000 euro voor het verkopen van persoonsgegevens. De KNLTB heeft volgens de AP in 2018 onrechtmatig tegen betaling persoonsgegevens van een paar honderdduizend van zijn leden verstrekt aan twee sponsors. De KNLTB gaat in beroep tegen de uitspraak.

De AP zegt dat de KNLTB de sponsors persoonsgegevens zoals naam, geslacht en adres verstrekte, zodat zij een selectie van KNLTB-leden konden benaderen met tennisgerelateerde en andere aanbiedingen. De ene sponsor ontving persoonsgegevens van 50.000, de andere van meer dan 300.000 leden. Die sponsors benaderden een deel van die KNLTB-leden per post of telefoon.

De KNLTB vindt dat het een gerechtvaardigd belang had bij verkoop van de gegevens. De AP is het daarmee niet eens en heeft geoordeeld dat KNLTB geen grondslag had om die persoonsgegevens door te geven aan de sponsoren.
Tijdens het onderzoek naar de KNLTB diende de tennisbond een klacht in tegen de AP, die de AP gegrond verklaarde. Die klacht ging over het optreden van AP-voorzitter Aleid Wolfsen in Nieuwsuur, op 17 december 2018. Daarin gaf Wolfsen aan dat de AP ‘een sportbond’ onderzocht. De AP heeft in reactie op deze klacht erkend dat zij in die uitzending de indruk heeft gewekt dat de handelwijze van KNLTB niet correct was, terwijl het onderzoek daarnaar nog liep. De KNLTB zag in die uitlatingen de schijn van vooringenomenheid en dat betreurt de AP. Op aanbeveling van de Nationale Ombudsman laat de AP hierbij weten dat de uitlatingen van Wolfsen ten onrechte vooruitliepen op de uitkomsten van het onderzoek.

Verbazing

De KNLTB heeft met verbazing kennisgenomen van de boete van € 525.000 die is opgelegd door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) wegens vermeende privacy-schendingen. De betreffende acties waarvoor de tennisbond is beboet zijn uitgevoerd binnen het kader van het verenigingsrecht en conform het handboek Sport & Privacy, opgesteld in opdracht van NOC*NSF. De KNLTB vreest dat door de uitspraak de sport duurder wordt en de ondersteuning van verenigingen in gevaar komt. NOC*NSF deelt deze zorg en gesterkt door deze steun verzet de KNLTB zich tegen het besluit van de AP.

De tennisbond zegt dat ze altijd zorgvuldig is omgegaan met persoonsgegevens van leden en open en transparant is geweest over het beleid met betrekking tot het delen van persoonsgegevens. De KNLTB heeft zich bij deze acties gebaseerd op de grondslag ‘gerechtvaardigd belang’, zoals beschreven in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Leden zijn voorafgaand aan de acties uitvoerig geïnformeerd en hebben zich eenvoudig kunnen afmelden.
Robert Jan Schumacher, directeur Dienstverlening KNLTB: “De KNLTB werkt al jaren samen met partners om leden te laten profiteren van relevante aanbiedingen. Daarnaast genereren we met deze partnerships inkomsten voor de tennissport in Nederland. Zo houden we tennis voor iedereen toegankelijk en betaalbaar.”

De uitspraak van de AP heeft volgens de KNLTB verregaande consequenties voor alle sporters, alle sportverenigingen en alle sportbonden in Nederland. Schumacher: “De uitspraak van de AP heeft tot gevolg dat leden op deze wijze niet langer kunnen profiteren van meerwaarde door samenwerking met partners waardoor de beoefening van hun sport duurder zal worden. Daarnaast zullen sportbonden minder aantrekkelijk zijn voor sponsoring en komt daarmee de ondersteuning van verenigingen in gevaar.“

Ook NOC*NSF spreekt verbazing uit over het besluit van de AP. John Bierling, zakelijk directeur NOC*NSF: “Ook in de sport is de toepassing van de AVG in de praktijk zeer complex gebleken. Het is van groot belang dat de Autoriteit Persoonsgegevens samen met de georganiseerde sport de bestaande open normen verfijnt en uitwerkt. Het zou goed zijn als de Autoriteit Persoonsgegevens haar voorlichtende en richtinggevende rol op zou pakken. De Autoriteit heeft deze stap overgeslagen en is direct tot handhaving overgegaan. Omdat NOC*NSF namens de sport nog met de AP in gesprek is, verbaast het NOC*NSF dat wij nu op deze wijze onaangenaam worden verrast met de zienswijze waarop de AP invulling wenst te geven aan de AVG. Dit kan niet de bedoeling zijn en is zorgelijk.”