Tokyo 2020 zonder TeamNL Tokyo Center en Holland Heineken House

NOC*NSF heeft na overleg met Heineken moeten besluiten dat er bij de Olympische Spelen van Tokyo 2020 geen TeamNL Tokyo Center met Holland Heineken House zal zijn.

Op dit moment is er te weinig te zeggen over hoe de corona-crisis zich verder ontwikkelt en hoe lang deze gaat duren, laat NOC*NSF weten in een verklaring. NOC*NSF geeft alle prioriteit aan het ondersteunen van de sporters die zich voorbereiden op deelname aan Tokyo 2020 en aan de Nederlandse sport om deze crisis te doorstaan.

Gerard Dielessen, algemeen directeur NOC*NSF: “Het is met grote teleurstelling dat wij hebben moeten besluiten de voorbereidingen op de TeamNL Expo en het TeamNL Tokyo Center met Holland Heineken House te staken. Vanwege de internationale ontwikkelingen van de verspreiding van het coronavirus is het niet mogelijk om de uitgebreide en noodzakelijke voorbereidingen voor de realisatie van dit Nederlandse huis in Tokyo de komende tijd verder vorm te geven. Dat zou zeer spoedig tot onverantwoorde investeringen en werkzaamheden hebben geleid.
Alles is er nu op gericht om tot een succesvolle uitzending van TeamNL naar de Olympische en Paralympische Spelen van Tokyo 2020 te komen. Wij zijn onze partner Heineken zeer dankbaar voor de samenwerking die er al vanaf 1992 is om tijdens Olympische Spelen telkens voor de sporters, hun familie, vrienden en supporters ver van huis een thuisbasis te creëren. Het is onze intentie om na Tokyo 2020 deze draad weer op te pakken.”

Hans Erik Tuijt, wereldwijd sponsordirecteur bij Heineken: “Sinds 1992 hebben Heineken en NOC*NSF een traditie opgebouwd om tijdens de Olympische Spelen een nationaal huis te realiseren. Het is een lastige beslissing geweest om dit jaar af te zien van het TeamNL Tokyo Center en het Holland Heineken House. Het is in deze onzekere tijd logisch dat NOC*NSF zich wil richten op hun kerntaak; alles in het werk stellen om TeamNL maximaal te laten presteren. Daar hebben we als trouwe partner alle begrip voor. Heineken bekijkt of de sporters op een andere gepaste wijze geëerd kunnen worden.”