Samenwerking Natuurmonumenten en Campina

Natuurmonumenten en zuivelgigant Campina gaan zich samen inzetten om de melkveehouderij natuurvriendelijker te maken.

Natuurmonumenten en zuivelmerk Campina gaan zich samen inzetten om de melkveehouderij natuurvriendelijker te maken. Consumenten kunnen die verandering versterken en versnellen door zuivelproducten van deelnemende boeren te kopen. Deze producten hebben het keurmerk PlanetProof.

Campina is het grootste zuivelmerk in ons land. De aangesloten boeren hebben samen 17 procent van het Nederlandse grondoppervlak in beheer. De ambitie van Natuurmonumenten en Campina is dat de boeren die melk leveren aan de PlanetProof-zuivellijn in 2025 twintig procent van hun land hebben ingericht voor natuur. Ze gaan meer rekening houden met kwetsbare planten en dieren, zoals weidevogels. Om de bodemgezondheid te verbeteren ploegen ze minder en zaaien ze hun graslanden in met bloemrijke mengsels. Verder bouwen ze het gebruik van bestrijdingsmiddelen af. Boswachters van Natuurmonumenten en de boeren gaan samen naar mogelijkheden zoeken om planten en dieren meer ruimte te geven.

Kloof overbruggen

Natuurmonumenten is enkele jaren geleden begonnen om de samenwerking met de agrarische sector te verbeteren, omdat juist daar grote winst te halen is voor de natuur. In de toekomst wil Natuurmonumenten alleen nog gronden verpachten aan boeren die op een natuurvriendelijke manier werken. De samenwerking met Campina past in de koers en sluit ook aan bij het Deltaplan Biodiversiteitsherstel dat eind vorig jaar is gepresenteerd.

“Met deze samenwerking overbruggen we een kloof die lang heeft bestaan”, zegt Marc van den Tweel, algemeen directeur van Natuurmonumenten. “Boeren en boswachters slaan de handen ineen voor gezonde natuur op gezonde boerenbedrijven.”

“Deze samenwerking is het startpunt van een nieuwe beweging waarin we samen stap voor stap de Nederlandse natuur versterken”, aldus Bas Roelofs, directeur FrieslandCampina Nederland. “Vanaf vandaag werken we met elkaar aan een betere toekomst voor de boer en voor de natuur.”